Yuri Honings ultieme Winterreise, Paradiso Amsterdam, 29 december 2015
Gevraagd aan Amerikaanse jazzmuzikanten of ze Nederlandse collega's kennen, blijven ze meestal het antwoord schuldig. Als ze al namen noemen, dan zijn dat Misha Mengelberg en Han Bennink. Sommigen herinneren zich Jan Akkerman en Focus, maar daarmee houdt het wel op. En wij maar denken dat we er toe doen op het wereldtoneel.
Toch wekt het verbazing dat zo'n klein land zoveel grote talenten voortbrengt. Saxofonist Yuri Honing is tot in verre oorden een graag gezien gast en kan mee met de besten, mocht er al een hiërarchie bestaan in de muziek. Als tenorsaxofonist beschikt hij over de weelde van een eigen, herkenbaar geluid, waarbij hij de klanken door de lucht laat dragen als kostbaarheden. Ook behoort een grote, machtige sound tot zijn vocabulaire. Vanaf begin jaren negentig experimenteerde hij al met pop en Arabische en klassieke muziekstromingen, die hij integreerde in de jazz.
Vanavond staat hij in Paradiso met zijn eindejaarsprogramma Winterreise, naar de geliefde liederencyclus van Franz Schubert. Ook is het evenement een verwijzing naar Klap op de Vuurpijl, het voormalige festival rond Willem Breuker in de laatste dagen van december. Na acht edities is het vanavond de laatste keer in Paradiso. Honing speelt eerst een set met zijn akoestische kwartet met drummer Joost Lijbaart, pianist Wolfert Brederode en bassist Gulli Gudmundsson, daarna volgen twee sets met incidentele samenstellingen.
De muziek van Honings album Desire is gebaat bij intimiteit. Daarom is er in het midden van de zaal een speelplek gecreëerd met het publiek daaromheen. Kandelaars met kaarsen luisteren de sfeer op en het elektrische licht komt uit rode lampen, de kleur van de cd-hoes. Het album wordt vrijwel geheel gespeeld, aangevuld met de eigen klassieker True. De concentratie in de band is optimaal en het repertoire gerijpt, met meer diepte en dynamiek.
Later klinkt de blues, dan inmiddels op het grote podium. Aangetreden is een gelegenheidsband met Sven Figee op het Hammondorgel, diens bandlid Tim Eijmaal op gitaar en Joost Kroon op slagwerk. Gebleven is bassist Gudmundsson. Het is goed bij de blues om tot het uiterste te gaan, maar dat stadium bereikt deze groep niet. Toch is er bij vlagen een behoorlijke intensiteit en drive, zeker dankzij de ritmesectie. Uitsmijter is het geladen Mercy Seat van Nick Cave, hier geënt op de versie van Johnny Cash.
Bij de laatste set grijpen velen naar de oren. Bestellen bij de bar kan alleen nog met gebaren. Degenen die weglopen missen echt wat, want nu pas wordt het echt gezellig. In de rug gesteund door de dansende dochters van gitarist Stef van Es, rapt hiphopper Guus van der Steen zijn literaire teksten vol overtuiging. In de verte doet de act denken aan Urban Dance Squad, een fantastisch exportproduct in de jaren negentig. Die status heeft Yuri Honing nu ook.