Wouter Hamel, De Kleine Komedie, 11 april 2016
Laat geen jazzpuristen op hem los, want die lusten hem rauw. Wouter Hamel laat zich meer gelegen liggen aan het populaire genre dan aan jazz en dat neemt niet iedereen hem in dank af. Onzin natuurlijk, want jazz is nooit puur geweest, of je moet wel heel erg van de bebopschool zijn. Het genre heeft per definitie altijd allerlei invloeden geabsorbeerd.
Hamel doet waar hij goed in is en dat is het publiek vermaken met catchy tunes, waarbij vanuit allerlei stromingen impulsen worden aangedragen. Het werk ligt voornamelijk in de popsfeer, met uitstapjes naar jazz, reggae, funk en rock. Zelfs country valt in een enkel nummer te herkennen.
Dat Hamel een vlotte babbel heeft en kekke danspasjes, maakt hem nog niet per se oppervlakkig. Juist de meer ingetogen nummers maken de meeste indruk. Het mooist wordt het als Hamel het volume van zijn stem wat tempert, dan komt een timbre tevoorschijn dat hem optimaal tot zijn recht doet komen. Prachtig is het nostalgische Amsterdam met alleen Hamels bewogen stem en golvend toetsenwerk van Thierry Castel. Prominent ook in de band is gitarist Rory Ronde, die niet helemaal loskomt, maar akoestisch fraai begeleidt. De intermezzo's met gezamenlijke zang van de bandleden zijn erg leuk en onderstrepen de variatie in het programma.
In De Kleine Komedie speelt het gezelschap vooral werk van het nieuwe album, dat nog een paar maanden op zich zal laten wachten. Binnenkort verschijnt al de single The only one, waarop soul, de jaren zestig en Zuid-Amerikaanse elementen bijeenkomen. De onbekende nummers vallen goed bij het publiek, hoewel dat ongetwijfeld stilletjes op vertrouwde klanken had gehoopt. Bekende songs komen toch nog aan bod als tot ieders verrassing de band na afloop opduikt in de foyer om nog een paar meezingers ten gehore te brengen. Rasartiest, die Wouter Hamel.