Interview Tony Roe, pianist, componist, 22 september 2016
Inleiding
Tin Men & The Telephone doet het goed in Nederland, Engeland en verre buitenlanden. Bij hen krijgt de toekomst van de muziek vorm. Architect van de band, Tony Roe, geniet van het succes en heeft vergezichten voor later. Hij noemt een interview een 'propagandapraatje', maar staat de verslaggever van Jazzism graag te woord.
Wat kenmerkt je werk?
"Bij Tin Men & The Telephone draait het om multimedia en publieksparticipatie, waarbij het publiek apps kan downloaden en zelf input kan leveren om het optreden op het podium te sturen. De mensen kunnen zelf ritmes, akkoorden en melodieën maken, die ik kan uitlezen op mijn computer en waarmee we als band gaan improviseren. Verder gebruiken we een computergestuurde lichtshow en samples uit het dagelijkse leven, zoals stemmen van de TomTom, commentaren bij sportwedstrijden en voicemailberichten. Ondanks alle innovatieve technologie is het in wezen een gezamenlijke jam met het publiek, waarbij ook humor een rol speelt."
Waarin wil je je onderscheiden?
Ik ben altijd op zoek naar andere manieren van muziek maken en beleven, waarbij technologie een grote rol speelt. Technologie ontwikkelt zich voortdurend en daarmee ook de mogelijkheden om die in muziek op interessante wijze toe te passen. Daarbij zet ik voortdurende vraagtekens bij de muziekpraktijk.
Wat wil je communiceren met je publiek?
"Ik wil communiceren wat het proces van improvisatie inhoudt, daarom wil ik het publiek daarin betrekken. Ik wil duidelijk maken wat er gebeurt als je muziek in het moment maakt. Het publiek levert bouwstenen aan en wij maken daar iets van. Het punt is dat je alle bagage in je hoofd even weg moet zetten en alleen als doorgeefluik gaat fungeren. Het is een zoektocht op het podium. Ik wil mijn eigen proces voor het publiek inzichtelijk maken."
Heb je het gevoel dat je in een traditie staat?
"Ja, heel erg. Die traditie is klassieke muziek en jazz. Ik zal daar altijd aan refereren, ook al hoor je dat niet altijd. Om een voorbeeld te noemen: de lange trip die John Coltrane heeft afgelegd is voor mij een enorme inspiratiebron."
In hoeverre ben je cultureel ondernemer?
"Ik ben niet afhankelijk van subsidies en kan in mijn eigen inkomen voorzien. We moeten wel altijd zoeken naar manieren om onszelf te financiëren, bijvoorbeeld middels educatieve projecten en muziek voor theater. Ook doceer ik aan het conservatorium."
Hoe breng je je muziek bij de mensen onder de aandacht?
"Tin Men & The Telephone heeft een eigen YouTubekanaal, in het algemeen gebruiken we veel sociale media, ook Facebook, Instagram en Twitter. De publicitaire uitingen sluiten goed aan bij wat we op het podium doen. Soms testen we software op YouTube die we dan later eventueel live gebruiken. Verder maken we mailings en huren we soms een persagent in. Ook hangen we wel de stad ouderwets vol met posters."
Waarom zouden de mensen naar jouw muziek moeten luisteren?
"Wij zijn geen traditioneel pianotrio. Als je weer eens wat anders wilt horen en beleven, kun je bij ons terecht. Wij benaderen jazz en improvisatie toch op een aparte manier. Met onze humor en zelfspot staan we overigens in de traditie van hiphop."
Welke ambities heb je voor de komende tien jaar?
"Ik wil het onderzoek voortzetten en nog meer interactie zoeken met het publiek. De concerten zullen theatraler worden met meer aandacht voor podiumpresentatie. Ik wil radicaler worden in het gebruik van elektronica, nog extremer. Met scholieren en studenten wil ik bestaande muziek ontrafelen en daarna opnieuw opbouwen."
Welke concrete plannen heb je voor de komende tijd?
"Morgen vlieg ik naar Marokko, voor optredens met lokale musici in een fors amfitheater. We staan op Enjoy jazz, een groot festival in Duitsland, waar we een kinderprogramma verzorgen. We zijn bezig met een theatraal project in Londen, dat nog niet helemaal rond is. Vooral richten we ons op het uitbrengen van drie albums in stappen vanaf januari, waarna een Europese tour volgt."
Welke ontwikkelingen zie je in het jazzklimaat in Nederland?
"Er is een frisse energie gaande, met veel goede initiatieven, in en buiten de conservatoria. Er is beweging, omdat de jazz steeds meer interdisciplinair wordt. Iemand als Reinier Baas heeft een frisse manier van componeren en heeft een prima presentatie, met zijn ironie en zelfspot. Zijn muziek sluit goed aan op zijn persoonlijkheid. Van grote klasse vind ik Ben van Gelder, met zijn verfijnde muzikale smaak en interessante composities. Een band als Knalpot vind ik zó goed, met hun lekker extreme muziek en presentatie. Zij hebben een visuele aanpak en leveren een full package, een totaalconcept."
Hoe ziet de toekomst van de jazz er uit en welke rol wil je daarin spelen?
"Rooskleurig! Een jonge generatie zal een jonger publiek aanspreken en daardoor zal het imago van de jazz verbeteren. Ik hoop en denk dat. De technologie zal zich blijven ontwikkelen, dat wil ik blijven volgen. Ik hoop daardoor altijd fris te zijn. Voorop staat, dat het allemaal artistiek verantwoord moet zijn. Ik voel daar ook verantwoordelijkheid voor. Ik wil niet blijven hangen in oude concepten. Ook voor mijzelf zie ik een goede toekomst: mijn ervaring is, dat als ik iets wil, het ook lukt."