Interview Terence Blanchard, trompettist/componist, 15 oktober 2014
Zijn website vermeldt dat hij samenwerkt met de jazzelite. Terence Blanchard zou kunnen pronken met grote artiesten, maar aan name-dropping doet hij niet. Dat is anders bij al die jazzmuzikanten die status ontlenen aan prominente collega's met wie ze gespeeld hebben. In dezelfde lijn kun je zeggen dat Blanchard (New Orleans, 1962) de belangrijkste prijzen heeft ontvangen, zonder die bij naam te noemen. Duidelijk is wel, dat de trompettist zelf in de hoogste klasse thuishoort, niet alleen als uitvoerder, maar zeker ook als maker van composities voor fim, opera, orkest en ensemble. Woensdag 5 november staat hij met zijn band in de North Sea Jazz Club, een zoveelste bewijs dat deze Amsterdamse concertzaal grote namen weet te boeken.
Blanchard vertelt dat hij al vaker in de club stond. "Ik heb er twee of drie keer eerder gespeeld. Het is een geweldige zaal met een uitstekende atmosfeer. Het is een soort nieuwe trend, die clubs als kleine theaters. Ik kijk erg uit naar het optreden." Van Nederlandse muziek weet hij niets, of het moet die ene trompettist zijn, wiens naam hij niet onthouden heeft.
Als het gesprek plaatsvindt, is Blanchard bezig geweest met zijn gebruikelijke activiteiten: doceren aan The University of Miami, repeteren met zijn band en schrijven van composities. Hij is moe, maar voldaan. Je zou bijna vergeten dat hij in de eerste plaats een trompettist is. Blanchard lacht. "Ik sla steeds nieuwe wegen in, of dat nu is als speler, componist, bandleider of docent. Ik kan overal door geïnspireerd raken. Dat je me een lyrische trompettist noemt, vind ik een groot compliment. Miles Davis was de meest lyrische speler ooit en hij is mijn held. Er zijn zoveel goede, hippe trompettisten momenteel: Christian Scott, Ambrose Akinmusire, Ibrahim Maalouf, Jeremy Pelt, Sean Jones, Avishai Cohen, om er maar een paar te noemen. Ambrose was een student van me die zijn eigen weg gevonden heeft. Ze hebben allemaal hun specifieke stijl en kunnen zich artistiek prima uiten. Of ze schatplichtig zijn aan mij? Nee, dat geloof ik niet, ofschoon ze mij wel zullen kennen."
Die bescheidenheid lijkt niet terecht als je zijn werk voor film beschouwt. Blanchard schreef tientallen soundtracks voor de cinema en bouwde daarmee een indrukwekkend oeuvre op. Het bekendst werd hij met zijn scores voor regisseur Spike Lee. Succesvolle en spraakmakende speelfilms als Malcolm X en Jungle Fever voorzag hij van muziek, evenals veel ander werk van Lee. "Ik speelde eerst als sessiemuzikant op soundtracks voor Spike. Hij hoorde me en vroeg me als componist voor Jungle Fever. Het was erg inspirerend om met hem te werken, maar ik heb hem al een tijdje niet gesproken. Zijn laatste twee films zijn door iemand anders gedaan."
Blanchard speelt in de North Sea Jazz Club met zijn nieuwe band E-Collective. Het is de eerste tour van de groep, die in Italië van start gaat en heel Europa aandoet. "Drummer Oscar Seaton en bassist Donald Ramsey kende ik al langer, met hen had ik vaker gespeeld en veel lol gehad. We wilden toen al een band samenstellen, maar door allerlei omstandigheden kwam dat er niet van, nu wel. Er komen verschillende ideeën bijeen: jazz, groove en heavy metal, die samen een nieuwe sound moeten vormen, we zien wel of dat ook gebeurt. Voor mij is het in elk geval de ideale band. We komen ook uit met een album met daarop onder anderen Dianne Reeves en G-Easy, een jonge rapper. Naast eigen werk komen er stukken op te staan van Jimi Hendrix." Andere projecten zijn de soundtrack voor de speelfilm Black and White met Kevin Costner en een heropvoering van A tale of God's will, een requiem dat Blanchard schreef over de verschrikkingen van de orkaan Katrina in zijn geboorteplaats New Orleans. "Dat is altijd erg emotioneel," zegt hij daarover.
Blanchard brengt elk jaar wel een album uit. Vorig jaar was dat Magnetic, op het befaamde label Blue Note. "Datgene waar je bewust van bent, is datgene wat je zelf aantrekt. Gedachten hebben magnetische kracht", zo verklaart hij de titel. De trompettist is boeddhist, maar noemt zichzelf in de eerste plaats christen. "Het is allemaal hetzelfde, het is dezelfde energie. De vibratie is eender. Het gaat om iets dat groter is dan wij, iets dat we niet volledig begrijpen. Chanten is de boeddhistische vorm van bidden. Het geloof is erg inspirerend voor me, het heeft mijn leven veranderd. In de muziek kunnen we een universele vibratie voelen dankzij de verbeeldingskracht van musici, dan kunnen we ervaren dat we allemaal één zijn."