October Meeting, Bimhuis Amsterdam, 7,8, 9 oktober 2016
Wat is er niet mogelijk in het Bimhuis? Is de reguliere programmering al van een ongekende avontuurlijkheid, als de jazzzaal iets bijzonders doet, moet je helemaal op het puntje van je stoel gaan zitten. Normaal gesproken worden al alle uithoeken van de jazz verkend, van straight ahead tot avant-garde en obscuur, van world en van impro. Dan zijn er de regelmatige optredens van de Konrad Kosseleck Big Band en van de David Kweksilber Big Band, de conservatoriumsessies met Jasper Blom, de dans- en improavonden, de workshops met Arnold Dooyeweerd en Bimhuis Radio. Onlangs nog was er het baanbrekende Doek Festival met geïmproviseerde muziek. Tijdens het jubileumjaar na veertig jaar bood het Bimhuis het spraakmakende programma City Links, waarbij de banden werden aangehaald met de scenes in Londen, Berlijn en Chicago. Het is allemaal van een grote relevantie voor de muziekwereld in Nederland en daarbuiten.
Binnenkort komt het Bimhuis met October Meeting, een driedaags internationaal festival op 7, 8 en 9 oktober met jonge musici uit Nederland, Duitsland, Engeland, België en Noorwegen. Het is een vervolg op October Meeting in 1987 en 1991; na tevergeefse aanvragen is er nu wederom financiëring gevonden, bij het Fonds voor de Podiumkunsten. Inderdaad, iets bijzonders: drie dagen lang zullen enkele tientallen twintigers en dertigers het jazzpodium bezetten en talloze muzikale ontmoetingen hebben in alle mogelijke varianten. Spontaniteit is het trefwoord, sommige programmering wordt van te voren geregeld, maar er blijven veel gaten open voor ideeën en initiatieven op het laatste moment. Jazzism praat hierover met enkele nauw betrokkenen: artistiek directeur en programmeur van het Bimhuis Huub van Riel, toetsenist Oscar Jan Hoogland en gitarist Reinier Baas. Het is de dag dat het jazzpodium een teleurstellend bericht gekregen heeft over de subsidieaanvraag voor de komende jaren. Ook het artistieke beleid werd door de Kunstraad aan de kaak gesteld, en dat terwijl het Bimhuis nog niet zo lang geleden een Europese prijs won vanwege de programmering. Maar eerst een duik in de geschiedenis van October Meeting.
In 1987 vatte Van Riel het plan op voor dit festival, dat in datzelfde jaar negen dagen duurde in negen verschillende Nederlandse steden en waarbij zowel Amerikaanse als Europese musici betrokken waren, in totaal circa zeventig personen. Achteraf kon het programma pas vastgesteld worden, want veel concerten kregen pas vorm tijdens het project. Van Riel: "Op een gegeven moment zag ik dat Han Bennink en Louis Moholo elkaar ontmoetten. Ik liep op hen af en vroeg of ze weleens samen hadden gespeeld. Nee, dat hadden ze niet. Ik stelde voor dat ze dat dan zouden doen. Ja prima, zeiden Han en Louis, wanneer? Wat denk je van nú, zei ik." Het is exemplarisch voor October Meeting, zoals dat ook in 2016 vorm moet krijgen. Het verschil tussen 1987 en 2016 is dat er toen ook Amerikaanse artiesten bij waren, dat niet iedereen heel jong was en dat er in de jaren tachtig veel meer musici bij betrokken waren. Het idee is hetzelfde: spontane ontmoetingen tussen musici die elkaar niet noodzakelijkerwijs kennen en bij wie het niet voor de hand ligt dat ze samenspelen. Baas: "Ik zou wel met iedereen samen willen spelen, liefst ook tegelijkertijd. Daarbij denk ik in eerste instantie niet aan de personen die ik toch al ken, ik wil juist uit mijn comfortzone treden."
Dat gebeurde in 1987 veelvuldig, wat de nodige verrassingen opleverde. Van Riel: Voor mij is October Meeting 1987 een hoogtepunt in de geschiedenis van het Bimhuis. Het festival opende met een op het laatste moment bedacht wonderlijk duo van Misha Mengelberg en accordeonist Sven Ake Johannson, een subliem idee, een perfect ontregelend begin." De pers schreef volop over het evenement, tot het Amerikaanse Down Beat aan toe. De Volkskrant had het over een 'kwajongensachtige' John Zorn. Van Riel: "Zorn was toe veel minder bekend. Ik sprak met hem door de telefoon, het duurde maar een paar minuten. Hij wilde stukken spelen van Misha uit de jaren zestig en wilde daarbij Guus Janssen betrekken op piano. Ik was verbijsterd en dacht: 'Die is goed op de hoogte'. Ze speelden toen het programma Total loss, bedoeld als eerbetoon aan Misha, met Zorn op altsaxofoon, Janssen op piano, Marc Dresser op contrabas en drummer Martin van Duynhoven. Dat is toen nog opgenomen door VPRO Radio en uitgebracht op Bimhuis-cd."
Behalve kwartetten waren er veel duo's en trio's, maar ook grote ensembles van wel zestien personen, zoals bij het project Cruise button van Ernst Reijseger. Van de partij waren avant-gardisten als Cecil Taylor en Anthony Braxton, die onder andere in het Concertgebouw speelden, terwijl uit Nederland bijvoorbeeld Willem Breuker en Sean Bergin deelnamen. Sommigen klaagden erover dat het allemaal altijd dezelfde gezichten zijn, zoals in De Volkskrant werd betuigd, wat lastig te verdedigen valt als je met zovelen bent. De klagers waren degenen die buiten de boot vielen. De pers schreef verder over een overrompelende opening, waarna iedereen een beetje lacherig en dizzy rondliep. "Als dit zo doorgaat, wordt het gewoon angstaanjagend." Nog een citaat uit de kranten van die dagen: "Er lijkt een soort elektriciteit in de lucht te zitten, het knettert van de mogelijkheden en verwachtingen." Dat is precies wat ook dit jaar de bedoeling is. Hoogland: "Ik verwacht dat er een enorme energie vrijkomt, een grote ideeënkracht. Een experiment zal het niet zijn; we zijn allemaal goed in wat we doen en weten exact waar we mee bezig zijn. October Meeting is een soort vrijbrief om open te zijn. In 1987 duurde het een tijdje voordat de betrokkenen doorhadden hoe belangrijk het geweest was. Misschien zullen we ook over de editie 2016 later zeggen dat het geniaal was."
De verslaggever oppert dat Baas en Hoogland mogelijkerwijs een duo gaan vormen. Hoogland: "Dat zou zomaar kunnen, het past in het idee, want wij zitten in een andere hoek en ontmoeten elkaar niet zo gauw" Ook Baas vindt het een goed plan waar hij voor open staat. Hij zit meer aan de kant van modern creative, terwijl Hoogland meer in de improhoek zit. Baas: "Ik wil graag samenspelen met Oscar Jan en het gesprek met hem aangaan. Dat is een verschil met het geschreven boek, waarin alles vastligt. Bij October Meeting gaat het om een spel waarvan de regels nog bepaald moeten worden." Hoogland: "Het gaat erom gebruik te maken van het moment om de toekomst te vormen." Zelf heeft hij enkele duidelijke wensen als het om samenwerking gaat, misschien komt het ervan, misschien niet, alles is mogelijk bij October Meeting.
Van Riel: "Ik ben grotendeels rond met het vastleggen van betrokken musici, ik zoek alleen nog bassisten en koperblazers." Hoogland: "En dan mogen zoeken in steden als Berlijn,Oslo en Londen, waar de geweldigste dingen gebeuren." Bij degenen die al bevestigd zijn, zitten namen als Kaja Draksler, Gerri Jäger, Alexander Hawkins, Jasper Stadhouders, Joachim Badenhorst en Mette Rasmussen. Vooraf aan het festival zijn twee repetitiedagen gepland, waarin de musici elkaar kunnen leren kennen en plannen smeden, daarna moet het festival zijn beslag krijgen. Er zijn programmeurs uit de hele wereld uitgenodigd, want October Meeting heeft ook het karakter van een showcase. Van Riel, Baas en Hoogland hebben er enorm veel zin in. Van Riel: "Ik denk dat we wel vier festivals kunnen vullen. Het worden lange avonden."