Nieuwjaarsconcert, Bimhuis Amsterdam, 4 januari 2013
De vraag was, hoelang hij achter zijn piano zou blijven zitten. De grillige Misha Mengelberg kan er tegenwoordig nogal snel de brui aan geven en iedereen hield zijn adem in. De 77-jarige liet het publiek in spanning wachten toen hij met behulp van een begeleider en stok voetje voor voetje vanuit het café door de zaal naar het podium strompelde. Voordat hij zat, reikten zijn handen al naar de toetsen.
Mengelberg speelt vanavond een duoset met de Britse tenorsaxofonist Evan Parker, eveneens een hoeksteen van de Europese geïmproviseerde muziek. De pianist lijkt nog over goede oren te beschikken en zijn vingers dansen soepel over het klavier. Zijn blik is gedurig gericht op Parker. Soms gebruikt hij zijn vlakke linkerhand en even later bespeelt hij zijn instrument met gebalde vuist. De Brit beschikt over een fabelachtige techniek en intoneert maar door met zijn circulaire ademhaling. Het spel kent ook momenten van bezinning met een minimale inzet van noten, om verderop ogenblikken van vrolijkheid te tonen. De stukken blijven kort. Na krap twintig minuten en wat gesmoes met Parker heeft Mengelberg het wel gezien. Zoals hij gekomen is, zo begeeft hij zich wederom naar het café, hij heeft zijn kunstje gedaan.
Na de pauze treden leden aan van het ICP Orchestra, het ensemble dat Mengelberg in 1967 oprichtte met drummer Han Bennink. Zij spelen met Parker, die in rietblazer Michael Moore een geduchte sparringpartner treft. Met Bennink maakt bassist Ernst Glerum het kwartet compleet.
De slagwerker treedt voor de verandering op met een compleet drumstel, vaak beperkt hij zich tot een snaredrum. Zijn gretigheid neemt onheilspellende proporties aan met wilde kreten, maar het is allemaal uiting van vitaliteit en enthousiasme. Vederlicht en met grote transparantie jaagt hij de bende aan. Glerum maakt met brede gebaren uitgerekte tonen, terwijl Bennink subtiele accenten aanbrengt vanuit alle hoeken en gaten van zijn drumstel.
Zij bieden een prima bedding voor de beide blazers, die aan een fractie van een seconde genoeg hebben om te reageren. Van ruis in de communicatie is geen sprake. In de ritmesectie ontstaat een cadans van waaruit Moore melodieuze noten poneert. Als Parker zich daarin mengt, ontstaat een harmonieus duet, dat even mag duren, maar pardoes wordt afgesloten met een sambabal. Daarna spoedt het kwartet zich in draf naar het einde. Pogingen om veteraan Mengelberg nog eens de gang van het café naar het podium te doen maken zijn dan inmiddels gestrand.