New Morning Trio

New Morning Trio, Bimhuis Amsterdam, 29 oktober 2011

Hij moest ver reizen om hen te ontmoeten, maar in New York vond drummer Jeroen Vrolijk dan ook vrienden voor het leven. De een kwam hij tegen in een bar, de ander volgde via via. Zaterdagavond stond Vrolijk met gitarist Oz Noy en bassist Fima Ephron in het Bimhuis om het nieuwe album van hun New Morning Trio te presenteren.

Een andere geestverwant is Arthur Flink, die als trompettist enige naam maakte met de band State of Monc. Hij is vanavond te gast, en vormt als koperblazer een welkome aanvullig op de bezetting die beperkt is, hoewel Noy en Ephron een regenboog aan elektronische klanken uit hun pedalen halen. Flink doet hier nog een schepje bovenop. De jazzfunk van New Morning Trio wordt daarmee vanuit de jaren zeventig een flink eind de 21ste eeuw ingetrokken. De techniek schrijdt voort en biedt altijd weer vernieuwing. Zo gebruikt Noy ongehoorde effecten op zijn gitaar en vraag je je soms af welk instrument Flink bespeelt.

Na een funky uptemponummer met meteen al een onweerstaanbare groove en een ballad met veel echo op de elektrische gitaar, richt Vrolijk zich tot het publiek. Hij constateert met blijdschap dat een groot aantal bekenden in de zaal zit, een garantie voor mildheid en enthousiasme bij het publiek. Vrolijk beschikt over een ontwapenende charme, zegt dat hij helemaal geen prater is, maar stapt iedere keer weer manmoedig op de microfoon af. Zijn oproep om te dansen vindt weinig weerklank, maar dat ligt niet aan het New Morning Trio.

Blikvangers kent de band niet, of het moet Vrolijk zelf zijn, die met zijn lichaamstaal toont dat hij zich volledig inzet. Maar al lijkt hij dan stoïcijns, gitarist Noy krijgt wel degelijk alle attentie van de toeschouwers met zijn puntige spel, razendsnelle licks en sterke, superstrakke ritmiek. Zijn solo's verdwalen nooit, maar hebben richting, melodie en variatie. Pedalen zijn een logisch verlengstuk van zijn gitaar, hij beheerst ze volledig. Bassist Ephron is uiterst alert met zijn dringende spel. Hij hanteert op zijn elektrische basgitaar de klassieke pluktechniek, hier dus geen gekletter. Vrolijk is ondertussen bijzonder inventief met zijn breaks, roffels en accenten, hij heeft niet voor niets zo'n uitgebreide kit meegenomen, hij zal alle hoekjes gebruiken ook. Vrolijk toont souplesse waar het kan en kracht waar het moet. Dat het belang van de drummer en zijn band ver buiten de eigen kennissenkring reikt is wel duidelijk. Jazzfunk is nog springlevend.