Mark Guiliana Jazz Quartet, Bimhuis Amsterdam, 18 november 2017
jazz, 300 woorden
twee sterren
door Jan Jasper Tamboer
Hij had al enige naam gemaakt in verschillende bands van bassist Avishai Cohen, waarmee hij ook had opgetreden in het Bimhuis, maar uitgerekend als invaller bij de Amerikaanse fusionjazzband Kneebody viel zijn talent pas echt op in Amsterdam. Door de samenwerking met pianist Brad Mehldau groeide zijn status. Pas met zijn bijdrage aan het album Blackstar van David Bowie brak drummer Mark Guiliana helemaal door. Dat was als lid van de band van saxofonist Donny McCaslin; nu heeft hij zijn eigen Mark Guiliana Jazz Quartet, waarmee hij afgelopen vrijdag in het Bimhuis stond.
Het kwartet opent leuk, met een uptemponummer waarbij Guiliana meteen op vrij sprankelende wijze zijn positie als aanjager en inspirator duidelijk maakt. Hij heeft er zin in en de rest kan moeilijk achterblijven. Toch is er verschil in energieniveau tussen Guiliana en zijn bandleden, waardoor de muziek iets ongemakkelijks en onrustigs krijgt. Ook is er niemand op het podium die zijn klasse reflecteert.
Als componist heeft Guiliana weinig te melden. Op dat punt legt hij het af tegen anderen die vanuit New York werken, zoals Steve Lehman, Tyshawn Sorey en Vijay Iyer. Tegenwoordig wordt het avontuurlijke karakter van jazz benadrukt, maar dat vind je vanavond in het Bimhuis niet, niet in het materiaal en niet in de uitvoering.
Guiliana heeft de pech dat hij leeft in een tijd waarin een overvloed is aan begaafde drummers – eigenlijk instrumentalisten in het algemeen – daar kunnen we in Nederland over meepraten. Misschien zou hij op punten winnen van veel collega's, maar daar gaat het niet om. Guiliana maakt met zijn kwartet niet het verschil in een tijd waarin menige musicus worstelt om boven te komen drijven met een eigen identiteit. Hij kan beter als sidesman het gezelschap zoeken van goede musici in andermans band, bijvoorbeeld die van Donny McCaslin.