Marc Ribot

Marc Ribot & Ceramic Dog, Bimhuis Amsterdam, 6 mei 2011

De gitaar is sinds eeuwen door tallozen bespeeld. Velen hebben zich er mee weten te onderscheiden. Wonderlijk dat het geluid van Marc Ribot dan anno 2011 nog zo herkenbaar is dat je het vanaf de maan kunt detecteren. De man rijgt met zijn band Ceramic Dog stijlen als jazz en rock met veel improvisatie aaneen tot een genre met als titel: Marc Ribot.

Het loopt flink vol in de zaal van het Bimhuis. Een groepje oudere heren denkt nog een stel riante zetels te bemachtigen, maar de stoelen blijken bezet met tassen en jassen. 'Wat een boevenstreek', roept een van hen uit. Zo gaat dat in het beste jazzhuis van Nederland, waar je geen plaatsen kunt reserveren en als laatkomer moet staan.

In het openingsnummer is Ribot nog zoekend en aftastend, een snaar moet nog even in de juiste stemming worden gebracht en de versterker behoeft afregeling. Dan ontstaat er een riff, die bassist Shahzad Ismaily overneemt. Drummer Ches Smith valt in en al na vijf minuten is de band precies waar hij wezen moet, een vrije vorm van prettig ontregelde rock, met sterke interactie en gelijkwaardige rollen binnen het trio. Een wisseling van toonsoort pakt niet goed uit, maar het lijkt er bij te horen.

Voorheen kon Ceramic Dog nogal uitweiden in soundscapes. Nu hebben de nummers eerder een liedstructuur, wat blijkt uit meer melodie en grotere compactheid. Gebleven zijn de onregelmatige en complexe ritmes. Ribot gedijt er uitstekend op. Zijn versies van klassiekers als Take Five zijn geen covers , maar herinterpretaties, waarbij hij flink met de originelen aan de haal gaat. Hendrix' The Wind Cries Mary krijgt een weerbarstig, stotend ritme, waaroverheen Ribot zingt en met staccato gitaarspel soleert. Zang is niet het sterkste punt van de gitarist, maar hij weet die te beperken.

Het spel zit vol met citaten, waarvan een aantal uit de blueshoek. Ook country, noise en punk komen uit de hoge hoed, maar Ribot zit even later gewoonweg klassiek te tokkelen. Wel moeten de zaken dan snel weer worden rechtgetrokken met het nodige geweld. Verderop zwellen de klanken aan tot een ter plekke ontstaan nieuw universum, om op de top abrupt te worden afgebroken. Halverwege de tweede set zakt het optreden in, door het ontbreken van richting en ideeën, maar het slot is fenomenaal. Ribot eert zijn voorganger Hendrix wederom, nu met een gloeiende uitvoering van Voodoo Chile, die als een vuurkolom het publiek de nacht in begeleidt.

 

Alle publicaties