James Brandon Lewis

James Brandon Lewis Trio, Bimhuis Amsterdam, 9 maart 2017

Hij was dé sensatie van het afgelopen North Sea Jazz Festival met zijn overrompelende optreden in Ahoy. Niet eerder deed hij Amsterdam aan, maar gisteravond stond hij in het Bimhuis met zijn onwrikbare trio. Tenorsaxofonist James Brandon Lewis maakte ook hier indruk, maar een sensatie werd het niet.

De freejazz van Lewis borduurt voort op de muziek van Albert Ayler en John Coltrane in de jaren zestig. Ook Ornette Coleman is een belangrijke inspirator, net als Archie Shepp. De vergelijking met actuele held Kamasi Washington ligt voor de hand, maar die is wat verder verwijderd geraakt van de oorspronkelijke freejazz met zijn orkesten en koren. Dichter in de buurt komt het Amsterdamse trio Cactus Truck, met dezelfde bezetting van tenorsax, elektrische basgitaar en drums, hoewel dat meer ongeleide impulsen heeft en meer richting punk gaat, met mogelijk nog energiekere en snellere notenreeksen.

Lewis leunt zwaar op de geweldige ritmesectie met bassist Luke Stewart en drummer Warren Crudup, die hem soms ondersneeuwt. Een echt ruig geluid heeft hij niet en hij beweegt zch hoofdzakelijk in het middenregister. Er zijn wat tempowisselingen en hier en daar zijn er subtiliteiten, zachtere passages of melodieuzere gedeelten, maar dan gaat het weer in volle vaart vooruit. De nuanceringen zetten niet de toon. Wel sijpelt er geregeld funk en hiphop door. Over de gehele avond genomen overheerst de indruk van eendimensionaliteit.

Lewis bracht in betrekkelijk korte tijd vier albums uit, waarvan Divine travels in deze krant lovend besproken werd. In het Bimhuis speelt hij veel materiaal van het nieuwe album No filter, dat minder abstract klinkt en minder religieus getint is dan Divine travels, maar wel een grotere intensiteit heeft. Gospel heeft plaatsgemaakt voor funk en freejazz is de rode draad.