Glerum Omnibus

Glerum Omnibus, Bimhuis Amsterdam, 29 juni 2017

In het vermaarde ICP Orchestra voert hij bij optredens het woord en in zijn eigen trio richt hij zich in het Bimhuis ook tot het publiek, niet gezocht grappig, maar oprecht, zonder opsmuk. Contrabassist en pianist Ernst Glerum heeft al jaren zijn eigen Glerum Omnibus met wisselende musici, de laatste tijd als bassist met pianist Timothy Banchet en slagwerker Jamie Peet. In dezelfde bezetting maakte hij vorig jaar het door velen zeer gewaardeerde album Handful.

Met Banchet en Peet heeft veteraan Glerum de crème de la crème van de nieuwe generatie binnengehaald en het doet hem zeer goed. Hij blaakt van het zelfvertrouwen en laat zich graag inspireren door de jeugd. Dat is geheel wederzijds. Daarom klinkt Glerum Omnibus als een groepje intimi die elkaars geheimen delen, echter niet zonder het publiek daarbij te betrekken.

Ouderwetse swing, bop en ballads benaderen zij vanuit een frisse invalshoek. Glerum heeft er goed de vaart in en geeft met zijn ervarenheid sturing. De jongeren hebben het swingtijdperk niet meegemaakt, maar dat is aan hun spel niet af te lezen. Peet heeft de swingbeat te pakken alsof hij nooit anders doet en Banchet timet daarbij feilloos. Als Glerum een van zijn twee strijkstokken van de grond pakt, wordt de stemming serieus. 

Hier geen krachtpatserij, geen dwingelandij en geen opdringerigheid en juist daarom houd je het lang uit bij dit trio. Muzikaliteit is niet in het geding, niet in het spel en niet in de composities van Glerum, Banchet, Misha Mengelberg, Curtis Clark, Charles Mingus en Sean Bergin, die met drie stukken geëerd wordt omdat het vandaag zijn geboortedag is. 

Glerum bevindt zich in het centrum, muzikaal en fysiek, en kijkt links en rechts naar zijn collega's, maar richt zijn blik meestentijds op een vast punt op het podium, als om zijn concentratie te vergroten. Nooit kijk hij naar zijn handen, die autonoom lijken te bewegen. Verder gebeurt er weinig op het podium, maar het zestal handen zegt alles.