Craig Taborn solo, Bimhuis Amsterdam, 27 januari 2017
Half pianospelend Amsterdam is uitgelopen om het fenomeen met eigen ogen te aanschouwen. Geen pianist die momenteel zoveel in de belangstelling staat als Amerikaan Craig Taborn, die in zijn eentje de stand van zaken in de jazz lijkt uit te maken. Afgelopen zomer was hij nog in het Bimhuis met het trio van Ches Smith, en vanavond speelt hij solo, alleen achter de Steinway.
Taborn is extreem verlegen en bescheiden, en richt zich niet anders tot het publiek dan na afloop met diepe buigingen. Zijn spel spreekt voor zich, en wel op zeer krachtige wijze. In het openingsstuk lijkt hij op zoek naar avontuurlijke ontwikkelingen, die zich echter niet voordoen in hun minimalisme. Minutenlang herhaalt hij eenvoudige melodische motieven, met kleine verschuivingen en subtiele dynamische verschillen. Taborn laat veel ruimte open, met pauzes van enkele tellen. Later in het concert zijn de kale noten uitgangspunten voor complexe structuren, waarbij hij nooit het overzicht verliest. Drieklanken gaan over in staccato blokakkoorden. Soms zijn er noten die geen verband met elkaar lijken te hebben, in al hun atonaliteit.
Soms ontstaat er iets van swing, maar voordat het publiek daarin mee kan gaan, zijn er alweer harmonische wendingen, met melodieën en tegenmelodieën. Als hij loskomt, raakt zijn fantasie verzeild in ongebreidelde notenreeksen, de virtuositeit haast voorbij. Wat heeft deze man een verbeeldingskracht. Voortdurend gaan de intervallen op en neer. Duidelijk is wel, dat Taborn een volstrekt eigen idioom heeft, onnavolgbaar en onweerstaanbaar. Het hele concert is één grote oefening in contemplatie. Bij de vele zachte passages houdt het publiek de adem in, een zucht maakt al inbreuk op de delicate klanken. Een enkel kuchje klinkt als een vloek. In de toegift zet Taborn een romantisch thema in, echter niet zonder dat van een flinke portie dissonanten te voorzien. Inderdaad, onnavolgbaar en onweerstaanbaar.