Brussels Jazz Orchestra met Graphicology, Muziekgebouw aan 't IJ, 10 februari 2012
Er viel niet aan te ontkomen, om het project Graphicology volop te kunnen beleven, moest je de kunst van het multitasken verstaan. In het Muziekgebouw aan 't IJ speelde het Brussels Jazz Orchestra soundtracks bij de graphic novels van striptekenaar Philip Paquet, waarbij beeld, geluid en tekst alle drie om aandacht vroegen. Dat betekende dus kijken, luisteren en lezen tegelijk.
Beeld is toch wel een sterk medium, en het lezen van teksten vraagt de nodige concentratie, waardoor de orkestrale klanken van de Brusselaren toch vooral een sfeerverhogende en accentuerende functie hadden. Hun bigband had vier componisten opdracht gegeven om muziek te schrijven bij bestaande verhalen van Paquet, die zich allemaal in de jazzsfeer afspelen. Speciaal voor Graphicology maakte de tekenaar, aanwezig in de concertzaal, een verhaal met hemzelf en het Brussels Jazz Orchestra in de hoofdrol, waarbij hij zichzelf afbeeldt als een gestreste stripmaker die bang is zijn deadline niet te halen.
De meeste strips spelen zich in het verleden af. Vooraanstaande rollen zijn er voor jazzlegendes Louis Armstrong en Charlie Parker. Voor een aantal anekdotes uit het leven van 'bird' Parker putte Paquet uit de biografie van Miles Davis, die daarin verschillende smeuïge gebeurtenissen ophaalt. In de strip zijn Davis en andere zwarte muzikanten verbeeld als katten, blanken als honden en onbestemde personen als kippen. Parker zelf kreeg van Paquet een snavel als neus. Muzikale genialiteit, onbetrouwbare broodheren, drugs en dood komen allemaal aan bod volgens de herinneringen van Davis, die zijn voormalige collega en baas steevast motherfucker noemde.
In het beeldverhaal over Armstrong blijkt dat de trompettist en zanger niet zo'n goeie lobbes is als vaak wordt gedacht. Ook hij was omgeven door drank, drugs, prostituees en misdaad. Paquet tekent een blowende Armstrong. Het zijn juist de donkere kanten van de jazz die de Belg aanspreken en die hij in zijn voornamelijk zwart-witte tekeningen uitlicht. In zijn heuse thriller rond een New Yorkse bar in 1926 gaat het om liefde, moord, wraak en een grote koffer met geld. Bij deze beelden speelt het Brussels Jazz Orchestra een wezenlijke rol door spanning aan te brengen met uitgekiende timing, crescendo's en accenten. In de rijkdom aan prikkels lijkt het geluid van het orkest in het algemeen niet prominent, maar wat zou je het missen als het er niet was. De bigband speelt ultrastrak, met veel bezieling en plezier. Weinig aandachtverslindende solo's en uitputtende improvisatie, maar gezamenlijk, homogeen spel ten dienste van het verhaal.