Bram Stadhouders' Cantata, Orgelpark Amsterdam, 27 mei 2016
Veel referenties aan jazz zijn er niet, of het moeten de gitaarimprovisaties zijn. Cantata van gitarist Bram Stadhouders kan niet afdoende gekoppeld worden aan welk genre dan ook, want het is uiting van een unieke klankwereld. Madrigalen uit de veertiende eeuw en elektronica uit de eenentwintigste eeuw komen hier bijeen. Dat Stadhouders zijn teksten niet alleen in het Engels en Nederlands schreef, maar ook in een fantasietaal, maakt het des te buitengewoner.
Tenor Sebastian Brouwer vertolkt die teksten op een integere manier met overtuiging en expressie, zonder dat het opgezwollen wordt. Hij is een prettige podiumpersoonlijkheid, die zijn zang begeleidt met gebaren, soms subtiel, altijd beheerst, waarbij ze weidser worden naarmate het volume stijgt. Op enig moment staat hij met gebalde vuisten. Zijn inzetten zijn zuiver en de afwikkeling van zijn zinnen is verzorgd. Hij zingt met veel resonans, waarbij hij intoneert met fraaie bogen. Hier en daar gaat zijn stem verloren in het soms tumultueuze spel van Stadhouders en organist David Hoogerheide, die met hun orkestrale klank voor flink wat geweld kunnen zorgen.
De gitarist speelt op de van hem bekende, karakteristieke wijze. Hij kan een droge, wat gedempte toon hebben en elders met galm spelen, echter, zijn aanslag is altijd staccato. Hoogerheide bespeelt het orgel en allerhande elektronica, al dan niet met laptop. De soundeffecten zijn verbluffend, ook omdat Stadhouders met zijn gitaar eveneens het orgel aanstuurt. Met de sonore stem van Brouwer is het geheel van een adembenemende schoonheid en een grote rijkdom. Het drietal deinst er niet voor terug om dramatische middelen in te zetten, zoals verhoging van de intensiteit en vergroting van de dynamiek. Hier en daar wordt het bombastisch. Het is allemaal zeer effectief. Sowieso slaagt Stadhouders erin om eeuwen te overbruggen en iets nieuws te creëren. Kom daar nog maar eens om tegenwoordig.