Robert Glasper Trio

Robert Glasper Trio, North Sea Jazz Club Amsterdam, 6 augustus 2015

Iedereen kopieert aanvankelijk zijn helden. Sommigen blijven daar in hangen, maar een ware jazzmuzikant ontwikkelt zijn eigen, herkenbare geluid. Zo iemand is Robert Glasper, die geen purist is, maar een mengeling brengt van r&b, hiphop en jazz. Soms overheerst de r&b, zoals op zijn Grammy Awards winnende Black radio-albums, maar vanavond in de North Sea Jazz Club ligt het accent op jazz. Glasper speelt in de bezetting van een klassiek, akoestisch jazzpianotrio, maar doet daar onconventionele dingen mee en dat is dan vooral de inbreng van die andere genres. 

Het Robert Glasper Trio geeft een dinerconcert, wat gebruikelijk is in de North Sea Jazz Club. De bedoeling is dat de diners zo'n beetje genuttigd zijn als het optreden begint. Dat de laatste desserts dan nog uitgeserveerd moeten worden is nauwelijks een vlek op de organisatie te noemen. Het gekletter van bestek vormt sowieso geen inbreuk op de luide klanken vanaf het podium. 

Glasper is laat en zal tot bijna middernacht doorspelen. De opening met Sign o' the times  is ijzersterk, met zijn pikante groove. Het nummer staat niet op de laatste trioplaat Covered, maar had er best op kunnen staan. Glasper slaat meteen uitgebreid aan het improviseren. Hij kan het thema vaak grotendeels loslaten, maar verdwaalt nooit in zijn eigen fantasieën. Soms denk je: waar gaat dat heen, want hij slaat veel zijwegen in, om dan toch altijd terug te keren naar de hoofdader. Als om het publiek eraan te herinneren waar het ook alweer over ging, gooit hij er geregeld een al dan niet gemankeerd thema doorheen. Het geeft aan dat hij exact weet waar hij mee bezig is. 

Glasper is geen minimalist, toch weet hij herhaaldelijk met weinig noten een sterke sfeer neer te zetten. Het trio klinkt relaxt en evengoed dwingend. Met het vaak lome karakter is ontsnappen niet doenlijk. Dit is vooral ook mogelijk door de prachtige inbreng van bassist Vicente Archer en drummer Damion Reid. Archer speelt superstrak en is de verbindende factor tussen Glasper en Reid. Soms stapt hij uit zijn begeleidende rol en pikt een thema van de pianist op. Reid is hyperalert met zijn nerveuze tikken op de hihat en dito roffels op de snaredrum. Die contrasteren vaak met het spel van de pianist. Reid zijn solo wekt ontzag op. 

Glasper lijkt heel cool, hij speelt dat niet, hij is het. Toch gaat zijn zonnebril af en valt er met hem ook een boel te lachen. Het optreden neemt op een gegeven moment cabareteske vormen aan als de man een communicatiestoornis veinst met drummer Reid, waarbij verschillende klassiekers uit de popgeschiedenis een rol spelen. Glasper zet steeds een bekend nummer in, maar Reid speelt dommetje. Erg grappig allemaal. 

Glasper overtuigt met zijn trio meer dan met het Robert Glasper Experiment, waarmee hij eerder in Amsterdam stond. Hij is in zijn element, zo met zijn drieën. Dat zij al jaren een innig contact onderhouden is op het podium duidelijk door de naadloze interactie en het intuïtieve samenspel. Op naar een volgende Grammy dan maar?