Jef Neve interview

Interview Jef Neve, Rotterdam, 10 juli 2015

Hij is de trots van België. Zijn populariteit reikt van Japan tot Canada. Ook in Nederland is pianist Jef Neve een graag geziene gast, want een zaal als het Concertgebouw vraagt hem steeds weer terug. Morgen verschijnt hij in de Van Baerlestraat voor een solouitvoering van zijn laatste album One, dat hij voor een groot deel opnam in de Abbey Road Studio's in Londen. Neve: "Ik speel het album niet integraal, want dat zou te lang duren. Bij optredens zijn de nummers altijd uitgesponnen door de vele improvisaties. Wel voer ik uitsluitend materiaal van One uit, maar ik moet een selectie maken."

Voor Neve was het een sprong in het diepe om solo te gaan spelen. "Na jaren gewerkt te hebben met een octet, een trio en orkesten, was ik eraan toe. Het leek een logische stap in mijn carrière. Ik wilde de confrontatie met mezelf aangaan. Ik voelde me eerst klein en onzeker, maar ben gaandeweg meer in mijn element gekomen. Uiteindelijk ben ik er als persoon door gegroeid en dat proces is nog steeds gaande. Ik kan me nu ook meer permitteren en het publiek erbij betrekken. In Japan is dat lastig vanwege de taalbarrière, maar in Canada lukt dat veel beter, ook omdat het publiek daar extraverter is. Ik kan nu zeggen dat het solo spelen mij op het lijf geschreven is."

Is het samenspel en de interactie op het podium niet essentieel voor jazz? "Ik improviseer veel en in die zin blijf ik trouw aan de jazz. Het gemis aan collega's compenseer ik door de interactie met het publiek, die is veel belangrijker geworden nu ik solo speel. Ook essentieel voor jazz is dat de muziek continu in verandering is, dat zij kneedbaar is. Elke concertavond is anders, al was het alleen maar door steeds andere piano's, met elk hun eigen mogelijkheden en beperkingen." Voor de liefhebbers: op One speelt Neve Stuart & Sons, Yamaha en Fazioli. Die klinken gruwelijk mooi op de cd. "We hebben heel erg onze best gedaan op de opnames van de piano's, dat geldt met name soundengineer Dieter Claeys."

Voor het componeren heeft de Belg geen piano nodig. "Ik schrijf veel onderweg in vliegtuigen en bussen. Je moet je tijd toch een beetje leuk inkleden. Soms componeer ik ook aan de piano, maar dan merk ik dat de motoriek vaak sturend is voor de noten die op papier komen, dat het fysiek comfortabele bepalend is. Dat wil ik niet, want dan val je in herhaling." Neve componeert voor klassiek orkest, voor film, voor dans, voor trio en octet en dus voor solopiano. "De rode draad in mijn leven is dat ik niet kan kiezen, mijn hart ligt overal." Hij is thuis in de barok, het classisisme, de romantiek, de jazz, de pop en het modernisme. "Vooral Rachmaninov fascineert me, logisch dat zijn invloed is doorgesijpeld." Voor One moest hij wel kiezen, vanwege de beperkte speelduur van de cd. "Ik had vijf, zes stukken te veel, het ging erom dat de nummers goed bij elkaar pasten en een logische volgorde hadden. Het was een kwestie van kill your darlings. Ik heb speciaal met het oog op het album geschreven en favoriete songs toegevoegd van Ramses Shaffy, Stromae en Joni Mitchell."

Op One toont Neve zich een compleet pianist, die niet altijd in dezelfde zetel zit. Zijn onstuimige uitbarstingen zijn even intens als zijn kleingehouden miniaturen. "Ik heb geen schrik van grote emoties, in die zin ben ik een romanticus. Ik houd er ook van om het intieme te zoeken. Voor mij is de kern dat ik met mijn publiek een emotionele reis onderneem. De mensen kunnen bij een concert dromen, fantaseren en reflecteren en als het verhaal verteld is hebben zij hopelijk een catharsis ondergaan. Zelf ben ik helemaal leeg na een optreden. Soms ook is er gewoon muziek om de muziek. Soms gaat het om goeie muzikale vondsten. Het is allemaal heel persoonlijk, voor mij en voor het publiek. Ik speel geen typetje. Ik meet me niet met anderen, maar wil mezelf uitdiepen. Bij al die dingen volg ik mijn hart. Als je maar trouw blijft aan de muziek die je raakt. Uiteindelijk hoop ik dat iets van mijn werk me gaat overleven."