Hermine Deurloo

Interview Hermine Deurloo, mondharmonicaspeler & componist, 25 november 2015

"Sta ik met iemand te kletsen aan de bar, blijkt achteraf dat ik genetwerkt heb." Hermine Deurloo roept het uit met ontzetting en afschuw. De mondharmonicaspeelster heeft niet veel op met de randverschijnselen van het muzikantenbestaan en al helemaal niet als die niets opleveren. Pr, marketing en boekingen doet zij allemaal zelf naast het componeren en uitvoeren, en leuk vindt zij het niet. "Ik was blij dat ik in elk geval het promotiewerk voor mijn recente album Welling uit handen kon geven. Ik wil een groter publiek bereiken, zonder al te veel concessies te doen. Je moet het wel blijven menen." Haar bestemming ligt uiteindelijk helemaal in de muziek zelf, dat was zo, dat is zo en dat blijft zo.

Toch is Deurloo uiterst sociaal en heeft ze een natuurlijk gevoel voor netwerken. "Ik maak makkelijk contact". Daarbij maakt zij veel gebruik van de mogelijkheden van sociale media en zet zij veel muziek op YouTube. "Gelukkig val ik op met het ongebruikelijke instrument dat ik bespeel. In het Willem Breuker Kollektief speelde ik zowel altsaxofoon als chromatische mondharmonica. Op beide instrumenten kreeg ik solo's. Willem schreef speciale frasen voor mij, want hij waardeerde dat aparte instrument van mij wel. Vroeger was de ruimte en vrijheid die Willem me gaf wel wat ongemakkelijk, maar ik leerde er veel van." Deurloo heeft ook nog sopraansax gespeeld, maar legt zich tegenwoordig helemaal toe op de harmonica. "Ik speel nu op zo'n hoog niveau mondharmonica, dat ik er niets meer bij kan hebben. Oefenen op de saxofoons doe ik niet meer. Het is uit met de saxofoon."

Deurloo zit altijd vol plannen en ideeën en ook nu staat er veel op stapel. In februari en maart doet zij een theatertournee die geïnitieerd is door altvioliste Esther Apituley. Onder de titel Bach en bleekwater  brengen klassieke en jazzmusici een theaterprogramma van composities en improvisatie, waarbij de muziekstukken door een actrice van een lopend verhaal worden voorzien, inclusief decor en belichting. De voorstellingen zijn alleen in de theaters te zien. "De opzet is dat het publiek onbevangen naar klassieke muziek luistert. Ook de jazz komt aan bod en zonder improvisatie zou ik niet zijn ingestapt, want ik wil niet de hele avond vaststaande noten spelen. Het accent ligt echter op klassiek, ook bij de muziek voor mondharmonica. Er zal wat te zien en te beleven zijn bij deze voorstelling."

Tussendoor verschijnt Deurloo in de Tiende van Tijl, een televisieprogramma dat klassieke muziek op populaire wijze over het voetlicht brengt. "Ik kijk daar erg naar uit. Mijn bijdrage bestaat uit stukken die speciaal voor mondharmonica zijn geschreven. Componist is de Britse Gordon Jacob, die net als Heitor Villa-Lobos een van de weinigen was die voor het instrument hebben gecomponeerd. Het is eigenlijk muziek uit een soort rariteitenkabinet, en dat is ook juist wel leuk. Liever improviseer ik, maar dit soort uitstapjes zijn wel aardig."

In dat improviseren lijkt de kern van Deurloo te liggen, want het komt herhaaldelijk ter sprake. Op de harmonica gaat dat haar makkelijk af, maar sommige technieken kunnen nog steeds lastig zijn, zoals de in- en uitademingsbeheersing, daarin zit volgens haar de crux van het spel. "Ik speel op onorthodoxe wijze, niet volgens het patroon van de geijkte Hohner-school. Het heeft te maken met toonbuiging en klankvorming. Ik zal nooit met mijn hand wapperen om de toon te manipuleren, ik doe dat allemaal met de mond en lipspanning. Met de manier waarop ik speel, heb ik meer controle dan met de ouderwetse wijze. Je zou kunnen zeggen dat ik vanuit een saxofoonachtergrond mondharmonica speel. Ik heb de techniek helemaal zelf uitgezocht en doe dat nog steeds. Van virtuositeit krijg ik een kick."

Die kan Deurloo ook krijgen van de interactie met collega's. Ze zoekt altijd naar nieuwe samenwerkingen met musici om met hun instrumenten verrassende klankcombinaties te maken. "Met het strijkkwartet Zapp4 leek er zelfs door de samenvoeging één geheel nieuw instrument te ontstaan." Deurloo nam met de strijkers het album Welling op en treedt nog met hen op in februari. Afgelopen maanden vond ze de synthese met de Amerikaanse slagwerker Jim Black. Met haar vaste pianist Rembrandt Frerichs zocht ze een exentrieke drummer, die niet al te zwaar speelt. "Jim kan ruig tekeer gaan, maar ook licht spelen, dat past goed bij me. Op mijn mondharmonica kan ik anders makkelijk weggeblazen worden. Ik houd van Jim, van zijn grilligheid en creativiteit. Bij bepaalde stukken heb je wel ideeën, maar het pakt altijd anders uit. Met Jim heb je dan een goeie. Hij is een persoonlijkheid en wars van clichés, hij is coöperatief en luistert goed. Met Jim en Rembrandt heb ik opgenomen. Jörg Brinkmann was daar als cellist bij betrokken, want ik wilde geen conventionele bas. Deze bezetting was een langer gekoesterde wens, wanneer de opnames in cd-vorm verschijnen, moet ik nog even bezien. De muziek benadrukt in elk geval dat ik denk vanuit de klank."