Ches Smith Craig Taborn Mat Maneri

Ches Smith / Craig Taborn / Mat Maneri, Bimhuis Amsterdam, 8 juli 2016

In de herhaling toont zich de meester. Dat werd aannemelijk gemaakt op de afgelopen vrijdagavond in het Bimhuis. Er zijn meer elementen die een rol speelden, maar de repetitieve motieven van vooral pianist Craig Taborn en soms altviolist Mat Maneri vormden een rode draad. Dynamiek is ook een zwaarwegend aspect, en daarin was slagwerker Ches Smith de voortrekker. 

Nu eens als logische uitkomst van een crescendo, dan weer vanuit het niets, raakt hij ontketend als in een woedeuitbarsting, in een oogwenk gevolgd door Taborn en Maneri. Jammer daarbij is dat de piano ondergesneeuwd raakt, hoe percussief Taborn die ook bespeelt.

Hoewel de hoogtepunten bij de New Yorkers zich blijven aandienen, raak je daar niet op uitgekeken, omdat ze steeds vanuit verschillende invalshoeken worden bereikt. Ondanks de vele herhalingen, wordt er enorm gevarieerd en complex gemusiceerd, met onregelmatige maatsoorten en atonale elementen. Rollen van solo en begeleiding kunnen wisselen en naadloos in elkaar overgaan, alles benaderd vanuit een ijzeren discipline. 

Soms hoor je drie melodieën tegelijk, met Smith op vibrafoon, en om het nog ingewikkelder te maken speelt Taborn hier en daar ook nog melodieën met de linkerhand. De initiatieven van de een worden steeds overgenomen door de anderen en op enig moment is het niet vast te stellen wie de lead heeft. Duidelijk is wel dat Taborn in staat is tot acrobatische toeren op de piano, hij wordt niet voor niets beschouwd als een van de belangrijkste jazzmusici van dit moment. Smith op zijn beurt is een factor van belang in de internationale drumwereld, terwijl Maneri met zijn avant-garde- en freejazzachtergrond een witte raaf is met de altviool als soloinstrument (in Nederland hebben we wel Oene van Geel). Dat de drie uitstekend met elkaar overweg kunnen is evident. Zelden klonk minimalisme zo delicaat en woest ineengestrengeld tot zo'n meesterlijk instrumentaal organisme.